Autodelers van de maand
Interview met Truus van Kaam & Laurie Korsten uit Den Dungen
Even voorstellen:
Truus en Laurie doen beide al vanaf het begin mee met het deelinitiatief in Den Dungen. De twee zijn lokale beheerders van de deelauto en denken graag na over de voortgang van het deelinitiatief. Truus is gepensioneerd en hélemaal duurzaam. Haar huis is CO2 neutraal gebouwd en geïsoleerd met duurzame materialen. De tuin ernaast staat vol met inheemse planten. Laurie is dans docent, werkt voor een vereniging en is moeder van twee kinderen. Verder is ze betrokken bij het dorp en organiseert ze verschillende activiteiten.
Wat heeft jullie ertoe gezet om te gaan autodelen?
Truus: Mijn auto was op. Ik ben toen in Den Dungen komen wonen om overal makkelijker naartoe te kunnen gaan met het openbaar vervoer. Nog een benzine-auto wilde ik niet. Dat vind ik maar een stinkend en milieuvervuilend monster, dat ook nog eens veel lawaai maakt. Elektrisch rijden doe ik wel graag. Ik rijd niet zoveel, omdat het niet meer nodig is voor mijn werk. Dan staat de auto alleen maar duur te zijn naast het huis. Toen jullie op mijn pad kwamen, dacht ik: dit is een kans. Autodelen geeft je bovendien nieuwe contacten. Anders waren Laurie en ik elkaar nooit tegengekomen.
Laurie: Ik woon hier nu een jaar of 8. Hiervoor woonden we in het centrum van Rotterdam. Daar woon je vlak bij het station en heb je nooit een auto nodig. In Den Dungen is dat wel even anders. Zonder auto is het een half uur fietsen naar het station van Den Bosch. Thuis heeft mijn man de auto eigenlijk altijd meevoor zijn werk. Uit duurzaam en financieel oogpunt wilden we geen 2de auto. Deze zou dan immers veel stilstaan naast de deur. Dat vind ik doodzonde. Omdat ik ook wel eens een auto nodig heb, bijvoorbeeld omdat ik één keer per week danslessen geef op een school in Eindhoven, is een deelauto voor mij dus een fantastische mogelijkheid.
Jullie doen al mee vanaf de start van Samen Slim Rijden Den Dungen. Hoe is dit tot stand gekomen?
Truus: Op initiatief van DEC Dommelstroom waren ze in Gestel bezig om deelmobiliteit op te zetten. Ik was toen actief in eenwerkgroep van de gemeente. Later bleek dat ook mensen van Den Dungen op de informatieavond aanwezig waren. Ik heb hier briefjes in de bus gedaan, om vervolgens maar te kijken wat hieruit zou komen. Uiteindelijk hebben we binnen 3 maanden een groep Dungenaren bij elkaar gekregen die dat wel wilden.Zo zijn we in november vorig jaar gestart.
Hoe ervaren jullie het om een auto te delen met de buurt?
Truus: Dit bevalt hartstikke goed! Het gaat heel soepel met de beschikbaarheid. Zo weet ik datLaurie op donderdag altijd de auto mee heeft. Tot op heden zijn Laurie en ik de hoofdgebruikers, maar ik merk dat er wel steeds meer delers bij komen die de auto af en toe ook meenemen. Zo nam ik de auto ‘s avonds een keer mee en toen zag ik dat er iemand met lange benen in heeft gezeten, want de stoel stond helemaal naar achter.
Laurie: Het delen en het reserveren bevalt me prima. Ik moet elke donderdagochtend lesgeven. De donderdagen reserveer ik daarom gewoon ver vooruit. De rest is wat meer ad hoc.Soms moet ik spontaan ergens heen, maar heb ik geen tijd om de fiets te pakken.Dan kijk ik even of de auto er nog is. Ik probeer meestal wel een week van tevoren te reserveren.
Truus: Bij het laden moetje wel alert zijn. We hebben een vaste plek waar de auto staat, maar nog geen gereserveerde laadplek. Deze aanvraag loopt nog bij de gemeente. Het betekent dat de auto voorlopig door iemand van de laadpaal moet worden gehaald als de accu vol is. Dit regelen we samen met andere delers via een Whatsapp-groep. De beschikbaarheid van openbare laadpalen neemt wel toe; enerzijds doordat er steeds meer laadpalen bijkomen, maar ook doordat steeds meer mensen hun auto thuis aan de lader zetten.
Laurie: Als de gebruikelijke laadplek bezet is, dan vind je in deze omgeving wel een andere die beschikbaar is. Tegenwoordig kun je als gebruiker de auto tot 10 minuten gratis reserveren, dat is heel fijn. Eerst moest ik als beheerder naar de auto toe om de stekker eruit te halen, terwijl iemand anders erin had gereden. Nu kan iedereen dat gewoon zelf doen. Als we straks een eigen laadpaal hebben, hoeft dat ook niet meer.
Truus: De auto (Hyundai Kona) is trouwens heel luxe. Je hoort ‘m al bijna niet. En als ik dan kom voorrijden, zie ik mensen weleens vragend kijken van ‘Zoooo, waar doe jij dat van?’. Als ik weg moet, moet ik ver weg. Een wat grotere, comfortabele auto is dan echt fijn.Ik ben laatst naar de Noordoostpolder op en neer gereden en dan moest ik ook nog even in Friesland zijn. Dat doe ik dan in één dag, zonder laden. Dan komt de auto met 80 kilometer terug. Die laatste kilometers vind ik dan wel spannend hoor. Ik rijd nu overigens met minder schuldgevoel rond. Autorijden blijft natuurlijk milieubelastend; die auto’s moeten gemaakt worden en ik hoop dat daar geen kinderhandjes bij komen kijken. Maar goed.. er is altijd iets.Dit is dan wel de beste optie, van alle slechte.
Laurie: Een deelauto heeft voordelen die een eigen auto ook heeft, maar een huurauto dan weer niet.Zo kun je bijvoorbeeld je spullen een avond van tevoren al inladen, iets standaard in de auto laten liggen, of een ander er juist op wijzen dat ze iets hebben laten liggen. Dat wordt allemaal wel wat makkelijker als je elkaar een beetje beter leert kennen. Het sociale, dat merk ik nog niet heel erg. Ik heb het gevoel dat sommige gebruikers de auto niet helemaal zien als ‘onze’ auto, maar als een huurauto. Dan hebben ze ook niet zo de neiging om iedereen te leren kennen. Als je elkaar een keer ontmoet, wordt dat anders. Truus en ik hebben dat gevoel wel. Het lijkt alsof wij samen die auto delen en af en toe gebruikt iemand anders hem. Ik denk dat het waardevol zou zijn als iedereen dat gevoel heeft van:we hebben samen een auto, dus we delen ook samen de verantwoordelijkheid ervoor.
Truus: Laurie en ik hebben elkaar leren kennen bij de start, toen de auto voor het eerst kwam aanrijden met een grote groene strik erop. Ik dacht: ‘Hey, die komt vaak langsfietsen!’. Dan word je samen beheerder en dan moet je ook wat met elkaar. We hebben een keer geprobeerd de hele groep bij elkaar te krijgen, maar toen waren de coronamaatregelen net ingetrokken en hadden veel mensen het druk. Na de vakantiewillen we dat nog een keer in gang zetten, om het gevoel van een gedeelde auto te versterken. Laatst vroeg een nieuwe gebruiker in de appgroep “Zal ik hem wassen?”. Dát groepsgevoel bedoel ik.
Je hoort van aspirant autodelers iedere keer weer de vraag: “Is die auto er wel als ik hem nodig heb?”. Daarvoor vind ik het ook belangrijk dat de groep elkaar kent. Stel, je hebt hem in nood nodig of het lukt niet om met de deelauto op tijd terug te zijn; sowieso zet je het in de appgroep, maar het is fijn als je de andere delers een beetje kent.
“Keifijn, zo’n deelauto!”
Als iemand met interesse om te gaan autodelen nog twijfelt, wat zou je dan tegen hem/haar willen zeggen?
Laurie: Als mensen zich afvragen of de auto er is als zij die nodig hebben, zeg ik: Ja, die auto is er wel. Daar kun je op vertrouwen. Hij staat nog steeds 80 á 90% van de tijd stil.Bovendien hebben we toegang tot alle deelauto’s in Sint-Michielsgestel. Als er echt nood aan de man is, kun je dus ook naar Gestel fietsen.
Truus: Ik vraag wel eens hoeveel kilometer iemand per jaar rijdt. Dan is het antwoord meestal tussen de 5000 en 7000. Dan zeg ik: nou, dan is dit goedkoper. Want als ik 5000 km per jaar rij met een deelauto, dan ben ik tussen de 1200 en 1500 euro kwijt. Als je doorrekent - met afschrijving, benzine, garage en alles - dan is een eigen auto véél duurder.
Laurie: Realiseer je ook de klimaatbelasting van een eigen auto: van de productie en van de benzine. Die is enorm. Als je een auto deelt, dan scheelt dat gewoon weer autoproductie. Voor mij is dat toch écht wel belangrijk. We eten gewoon te veel van de aarde op, en hiermee ietsje minder. We moeten allemaal rijden tegenwoordig. Daar ontkom je niet aan. Je kunt niet zeggen: ik doe alles op de fiets. En dan is dit de meest duurzame oplossing die je hebt, denk ik.